Een duurzame pluimveehouderij: ionoforen als onderdeel van de puzzel
Juli 2023
Het gebruik van ionoforen in coccidiose-preventie bij vleeskuikens heeft een positief effect op dierwelzijn, de gezondheid van pluimvee, milieu-impact en rentabiliteit. Daarmee is het gebruik van ionoforen een duurzame keuze in het stalmanagement bij kuikens.
Duurzaamheid in de pluimveehouderij
Coccidiose vormt de belangrijkste aandoening bij vleeskuikens. In de preventie van coccidiose is het belangrijk om naar duurzame oplossingen te zoeken. Duurzaamheid staat voor de overlap tussen drie aspecten, namelijk economisch, milieu en sociaal. In het kader van dierlijke productie en milieu ligt de nadruk op voerverbruik, broeikasgasproductie land- en watergebruik. Bij het sociaal aspect letten we op antibioticagebruik, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Het economisch aspect draait om rentabiliteit van het bedrijf, voor nu en in de toekomst.
Om van duurzaamheid te kunnen spreken dient een maatregel/beslissing dan ook een positieve bijdrage te leveren aan alle aspecten. In de praktijk ziet men vaak dat het woord duurzaam gebruikt wordt, maar dat er niet voldaan wordt aan dit criterium. Zo zal een maatregel die focust op dierenwelzijn, maar niet voordelig is voor milieu en/of rentabiliteit moeilijk duurzaam te noemen zijn. Echter is ook het omgekeerde waar, maatregelen die economisch interessant zijn maar nadelig voor milieu en/of dierwelzijn zijn evenmin duurzaam.
Hoe groter de overlap tussen deze drie aspecten, hoe duurzamer de impact van een maatregel.
Ionoforen: duurzame impact op gezondheid en welzijn van pluimvee!
In de zorg voor diergezondheid en -welzijn speelt de bestrijding van coccidiose een grote rol. Het verloop van deze ziekte leidt tot darmschade en verminderd welzijn voor kuikens. Ook zijn de vleeskuikens vatbaarder voor Salmonella, Campylobacter en Clostridium perfringens1. Ook dit leidt tot verminderd dierenwelzijn en een lager rendement.
Voerprogramma’s waarbij geen ionoforen worden gebruikt voor coccidiosepreventie zijn meermaals in verband gebracht met verhoogde sterfte, necrotische darmontsteking en letsels te wijten aan verminderde strooiselkwaliteit zoals borstblaren, voetzool en -oogletsels². Ook in België wordt meer necrotische darmontsteking vastgesteld bij productiesystemen waarbij geen ionoforen worden gebruikt3. Daarnaast is het reeds aangetoond dat ionoforen bijdragen tot een verminderd antibioticumgebruik door het bewaken van de darmgezondheid. In Engeland schat men dat het niet inzetten van ionoforen kan leiden tot een toename van het antibioticagebruik met 40%.1
Het gebruik van ionoforen ter bestrijding van coccidiose draagt dan ook bij tot een verhoogd dierenwelzijn, diergezondheid en verantwoord antibioticumgebruik.
Ionoforen: duurzame impact op het milieu!
Een recente studie berekende de impact op het milieu in Engeland wanneer ionoforen niet gebruikt zouden worden. Hierbij werd er gekeken naar de productie van broeikasgassen waaronder CO2 en werd dit uitgedrukt per m² en per kip. De berekening werd uitgevoerd voor zowel reguliere productie als productie zonder ionoforen waarbij er gelet werd op energie, voer en strooisel (N2O, methaan) als belangrijke factoren die bijdragen tot uitstoot van broeikasgassen.
Op basis van dit model werd een toename van 3,96% broeikasgasproductie berekend bij eenzelfde hoeveelheid vleesproductie wanneer geen ionoforen worden gebruikt oftewel een extra 0,08 CO2e/kg vlees. Voor de Engelse vleeskuikensector komt dit neer op maar liefst 84 000 ton extra CO2 per jaar.1
Daarnaast werd ook de impact op landgebruik berekend. Het uitsluiten van ionoforen resulteerde in een toename met 2,99% landgebruik per ton levend lichaamsgewicht.1
Het gebruik van ionoforen draagt dus bij aan een verminderd landgebruik en CO2 productie in onze pluimveehouderij.
Ionoforen: een duurzame sociaal-economische impact!
In de bovenstaande studie werd er op basis van bestaande literatuur en bevragingen van pluimveedierenartsen een model gemaakt die het mogelijk maakte om de economische impact te berekenen wanneer ionoforen niet zouden worden gebruikt. Hierbij werd er onder andere rekening gehouden met voerconversie, bezettingsdichtheid, sterfte,.... Het gebruik van alternatieve coccidiose preventiestrategiëen leidde tot verhoogde productiekosten van 3,3% tot 10,8%1 oftewel 7 tot 13 eurocent extra per vleeskip. Aangezien de grondstofprijzen sinds deze studie gestegen zijn, is dit mogelijks zelf een onderschatting van de werkelijkheid.
Daarnaast kunnen ionoforen een positieve bijdrage leveren aan voedselveiligheid door het bestrijden van coccidiose. Coccidiose leidt namelijk tot een verhoogd risico op Salmonella en Campylobacter infectie bij de kip en een verhoogd risico op karkascontaminatie tijdens het slachtproces door kwetsbaardere darmen. Zowel Salmonella als Campylobacter vormen belangrijke voedselgerelateerde infecties bij de mens.1
Het inzetten van ionoforen en dus coccidiosepreventie kan dan ook bijdragen tot voedselveiligheid, rentabiliteit en dus economische duurzaamheid van uw bedrijf.
Conclusie: ionoforen als coccidiose-preventie voor duurzame pluimveehouderij
Het gebruik van ionoforen draagt positief bij tot een rendabeler bedrijf, een kleinere milieu-impact, een lager antibioticagebruik en een betere dierengezondheid en -welzijn. Het toepassen van deze coccidiose preventiestrategie is dan ook een belangrijk onderdeel van een duurzame pluimveehouderij. De groep ionoforen omvat meerdere actieve bestanddelen zoals monensin, salinomycine en narasin. De positieve bijdrage kan verschillen tussen deze drie actieve stoffen, zo draagt narasin bij tot hogere eindgewichten, betere voeropname4,5 en een lagere voerconversie6 dan monensin en salinomycine. Daarnaast werd ook aangetoond dat narasin bijdraagt tot een minder nadelige impact van hittestapeling ten opzichte van salinomycine7 en een betere bescherming tegen secundaire Clostridium perfringens8.
1. Parker CD, Lister SA,Gittins J. Impact assessment of the reduction orremoval of ionophores used for controllingcoccidiosis in the UK broiler industry. Vet Rec.2021;e513.
2. Kadykalo S, Roberts T, Thompson M, Wilson J, Lang M,Espeisse O. The value of anticoccidials for sustainable globalpoultry production. Int J Antimicrob Agents. 2018;51(3):304–310.
3. Flament, A. (2021). NE bij traaggroeiende en bio-vleeskippen in België. WVPA meeting, Tielt, België.
4. Weppelman, R. et al. 1977. “Comparison of Anticoccidial Efficacy, Resistance and Tolerance of Narasin, Monensin and Lasalocid in Chicken Battery Trials.” Poultry Sci. 56.5: 1550-59.
5. Harms, R. and Buresh R. 1987. “Influence of Salinomycin on the Performance of Broiler Chicks.” Poultry Sci. 66: 51-54.
6. Elanco data on file.
7. Beker, A., Wilson, B. et al. (2013). Effect of Monteban and Salinomycin on broiler performance and mortality during cycling temperature heat stress. Oklahoma State University, 1-8.
8. Lanckriet, A. et al. 2010 The effect of commonly used anticoccidials and antibiotics in a subclinical necrotic enteritis model.” Avian Pathology. 39.1: 63-8.