Monitoren coccidiose: de key voor voorspelbare groei BL1S-kuikens
Pluimveehouder Arjen Kocks stapte 1,5 jaar geleden over van regulier naar BL1S vleeskuikens. Voorspelbaarheid van de groei is voor hem de belangrijkste voorwaarde voor een goed draaiend bedrijf. Kocks streeft naar een eindgewicht tussen de 2500 en 2700 gram per kuiken. Gericht sturen op darmgezondheid en het onder controle houden van coccidiose zijn speerpunten om dit met zo laag mogelijke kosten te bereiken.
Vleeskuikenhouder Arjen Kocks is sinds het afronden van zijn studie dagelijks te vinden op het bedrijf dat hij met zijn ouders heeft in Schoonebeek. Na de recente nieuwbouw en verbouwing van bestaande stallen kunnen ze nu 77.000 Beter Leven 1 Ster (BL1S) kuikens in 6 stallen huisvesten.
Overstap traaggroeiende kuikens
Toen er 1,5 jaar geleden de overstap van regulier naar BL1S werd gemaakt moesten de pluimveehouders “goed draaien” wel even opnieuw definiëren. Bij de reguliere kuikens waren hoge eindgewichten met lage voederconversie het doel, waarbij tussentijds nog werd uitgeladen. Nu is die definitie meer gefocust op het behalen van de juiste eindgewichten, lage voerkosten en een lage ziektedruk. Door op die factoren te letten kan hij met zo laag mogelijke kosten dicht in de buurt komen van het streefgewicht van 25 kg/m2 zonder deze te overschreiden. Voorspelbaarheid van de groei van het koppel is hier dus cruciaal. Het monitoren van de gezondheid, in het bijzonder de darmgezondheid, speelt daar een belangrijke rol in.
Monitoren coccidiose
Om de voorspelbaarheid van het koppel te verhogen is het volgens Arjen belangrijk om coccidiose gedurende de gehele ronde onder controle te houden. “Het stalbeeld bij BL1S-kuikens is een slechte indicator van de aanwezigheid van coccidiose, zo zie je bijvoorbeeld geen verminderde strooiselkwaliteit. Daarom blijven we net als bij de reguliere kuikens goed monitoren; ongeacht of er afwijkingen in de stal te zien zijn. Door meerdere keren per ronde kuikens op te sturen voor sectie kregen we inzicht in welke soorten coccidiose-infecties er aanwezig waren, en in welke mate. Zo bleek dat na de eerste 2 rondes met BL1S kuikens dat de coccidiose-druk een aandachtspunt was en dat we de behandeling dus moesten aanpassen. We hebben toen de inzet van Maxiban verlengd van 38 naar 50 dagen.”
Optimale darmgezondheid
“Omdat we zo’n intensief behandelprogramma inzetten, zag je de gezondheid van de kuikens elke ronde wat verbeteren. Een lage druk aan het eind van je ronde geeft namelijk ook weer een lagere druk aan het begin van je volgende ronde. Daarnaast zijn we ook anders gaan ontsmetten tussen de rondes door, want een optimale darmgezondheid zit niet alleen in het kiezen van het juiste anti-coccidiostatica programma. Intussen zien we uit de resultaten van de sectie dat de coccidiose-druk heel laag is en vonden we het daarom verantwoord om de afgelopen 2 rondes te schakelen naar Maxiban tot dag 38, gevolgd door Monteban tot dag 45.” Zo biedt Arjen zijn pluimvee optimale bescherming tot na de eerste coccidiose-piek en ondersteunt hij de bescherming om een tweede piek te voorkomen. Lees ook de brochure over coccidioseverloop in BL1S kuikens.
Sectie BL1S kuikens
Na elke ronde worden de resultaten geëvalueerd samen met de dierenarts en voerfirma. We kijken ook naar eventuele verbeteringen. “Als er tijdens de ronde suboptimale voederconversies of eindgewichten worden behaald, kunnen wij darmgezondheid altijd uitsluiten als potentiële factor. We sturen namelijk elke ronde nog kuikens op om te laten scoren op darmgezondheid en deze resultaten komen altijd terug als zeer positief. Op die manier kunnen we vaak de vinger op het daadwerkelijke probleem leggen, hier wat verbeteringen doorvoeren en de volgende ronde weer beter draaien.”
“Het stalbeeld en strooisel bij traaggroeiende kuikens is een slechte indicator van de aanwezigheid van coccidiose”
Arjen geeft als tip aan vleeskuikenhouders met traaggroeiende kuikens dat monitoren door middel van sectie een must is. “De natheid of rulheid van het strooisel is door dit actieve kuiken geen goede indicator. Ook het beoordelen van verse mest is moeilijker dan bij reguliere kuikens.” De door Elanco aangeboden sectie die gebruikt maakt van het Health Tracking System (HTSi) is hier een goed hulpmiddel voor. Deze tool geeft je niet alleen inzicht in de darmgezondheid van jouw kuikens, maar kan ook de vergelijking maken met geanonimiseerde resultaten van andere BL1S pluimveehouders.
Onderzoek voorkomen coccidiose
In de sectieresultaten van Arjen wordt er alleen gefocust op de meest bekende coccidiosesoorten; Eimeria Acervulina, E. Maxima en E. Tenella. Tijdens zijn studie heeft Arjen echter een pilotstudie gedaan naar de aanwezigheid van de minder voorkomende soorten E. Necatrix en E. Brunetti in BL1S kuikens. Ondanks het kleine aantal bedrijven wat hij testte vond hij op 2 bedrijven toch een van beide soorten. Arjen geeft aan dat het voorkomen van E. necatrix en E. Brunetti niet echt leeft in de praktijk, maar nog steeds is hij wel benieuwd of dit wellicht een onderliggend probleem kan zijn bij pluimveehouderijen die problemen hebben met darmgezondheid. Zo is Arjen bijvoorbeeld terughoudend voor het gebruik van vaccinatie, omdat het standaard niet beschermt tegen E. Necatrix en E. Brunetti.
Ook wij als Elanco zijn benieuwd naar het voorkomen van deze soorten coccidiose. Daarom zijn we onlangs een samenwerking aangegaan met de Hoge Agrarische School. Namens deze partij is Jeske Eras momenteel bezig met het uitvoeren van een uitgebreid onderzoek naar het voorkomen van E. Necatrix en E. Brunetti bij BL1S kuikens in Nederland. Door middel van het nemen van mestmonsters en deze met qPCR te onderzoeken hopen we inzicht te krijgen in de prevalentie van deze soorten. We hopen ook de uitkomsten te koppelen aan de slachtresultaten om de impact van deze coccidiose-soorten te begrijpen.
Heb jij interesse in het kosteloos deelnemen aan dit onderzoek? Contacteer jouw Elanco accountmanager zodat we samen kunnen kijken wat er mogelijk is. Ook bij vragen aan Arjen of Elanco over de coccidiose-druk in BL1S kuikens, of over de HTSi tool voor monitoring op coccidiose: neem vooral contact op met de Accountmanagers of Technical Consultant. Alleen door samen te werken als gehele sector, inclusief pluimveehouders, onderzoeksinstituten, scholen en farmaceuten, kunnen we onze pluimveesector “goed laten draaien”!
Maxiban®G160: coccidiostaticum op basis van narasin en nicarbazine. Europees identificatienummer: 5 1 772 Indicatie: Ter preventie van coccidiose in mestkippen veroorzaakt door Eimeria acervulina, E. brunetti, E. maxima, E. necatrix en E. tenella. Dit toevoegingsmiddel wordt in de vorm van een voormengsel in mengvoeder verwerkt. Waarschuwing: Niet gelijktijdig toedienen met een ander coccidiostaticum in het voer of met bepaalde geneesmiddelen, zoals tiamulin. Wachttijd: 0 dagen. Lees voor gebruik de productinformatie. Verantwoordelijke: BE: Elanco Belgium BV, Generaal Lemanstraat 55/3, 2018 Antwerpen, België (αBE105334) +32 3 334 30 00 NL: Elanco Nederland BV, Van Deventerlaan 31, 3528 AG Utrecht, Nederland (αNL220758) +31 30 307 92 45
Monteban® G100: coccidiostaticum op basis van narasin. Europees toelatingsnummer: E765 Indicatie: Als hulpmiddel ter voorkoming van coccidiose veroorzaakt door Eimeria acervulina, E. brunetti, E. maxima, E. necatrix en E. tenella. Dit toevoegingsmiddel wordt in de vorm van een voormengsel in mengvoeder verwerkt. Waarschuwing: Niet gelijktijdig toedienen met een ander coccidiostaticum in het voer of met bepaalde geneesmiddelen, zoals tiamulin. Wachttijd: 0 dagen. Lees voor gebruik de productinformatie. Verantwoordelijke: BE: Elanco Belgium BV, Generaal Lemanstraat 55/3, 2018 Antwerpen, België (αBE105334) +32 3 334 30 00 NL: Elanco Nederland BV, Van Deventerlaan 31, 3528 AG Utrecht, Nederland (αNL220758) +31 30 307 92 45