Ketose kraakt veestapel op kousenvoeten
Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat 30 tot zelfs 50% van de koeien ketose ervaart na afkalven1-3. De koeien zijn meestal niet zichtbaar ziek, maar hebben wel problemen. Op het vlak van diergezondheid is er een toename van het aantal transitieziektes. Lebmaagdraaiingen, baarmoederontstekingen en het langer aan de nageboorte blijven staan houden verband met ketoseproblemen10-13. En daarnaast loopt over het algemeen de weerstand van de koeien sterk terug4-9. Dieren die ketose ervaren halen hun volledige melkproductie niet: vanaf de tweede kalving per lactatie 300 kilo minder melk. Bij vaarzen gaat het om een productieverlies van 500 kilo13,2.
Ketose heeft tot slot ook een sterk negatieve invloed op vruchtbaarheid: er is 20% minder kans op dracht na de eerste keer insemineren. En het duurt gemiddeld 3 weken langer voordat koe de eerste tocht laat zien14.
Ketose monitoren aan het begin van de lactatie
Ketose monitoren op een melkveebedrijf kan op vele manieren, zowel tijdens de droogstand als in de lactatie. Robotmelkers bekijken dagelijks de ratio van vet- en eiwitgehalte in de melk. Overschrijdt die parameter de 1,5 per individuele koe, dan dreigt ketose. Sommigen kiezen voor dagelijkse meting van ketonen in de melk, bv. via de Herd Navigator™ van DeLaval.
Doe je niet aan robotmelken, dan is de melkcontrole (MPR) meestal sturend. Afhankelijk van de gekozen frequentie kan het evenwel 6 weken duren vooraleer een versgekalfde koe voor het eerst in beeld komt. En dan heeft ketose al lang toegeslagen. De Keto-Test™ is dan een oplossing. Ook bedrijven die niet meedoen met de melkcontrole kunen via de Keto-Test™ inzicht krijgen in de ketosestatus van hun melkgevende koeien.
Wat is de Keto-Test™
De Ketotest is een melkdip-teststrip om ketose in de melk te meten. Gebruik de Keto-Test™ bij koeien tussen dag 2 en 21 na afkalven. De teststrip verandert van kleur in de aanwezigheid van abnormaal hoge concentraties circulerende ketonlichamen, wat wijst op de aanwezigheid van ketose.
Het gebruiksgemak van Keto-Test™ biedt u een kosteneffectief screeningsprogramma voor ketose. Gebruik de Keto-Test™ als onderdeel van uw routineprogramma voor verse koeien.
Nieuw onderzoek vergeleek Keto-Test™ met de bloedtest
Dierenartsen gebruiken vaak een bloedtest om ketose na te gaan. Nieuw Canadees onderzoek van Serenho ging beide testen na op 148 koeien15. Bloed-, melk- en urinemonsters werden dagelijks onderzoek op ketonen en dit vanaf dag 3 tot dag 16 in de melk. 74% van de koeien kreeg ketose. In bloed werd ketose gemiddeld vastgesteld na 5 dagen lactatie, terwijl ketonen in de melk gemiddeld 2 dagen later werden vastgesteld. Als u dus ketonen in de melk wil meten, dan is het optimale tijdstip 1 week na de kalving.
- Berge A, Vertenten G (2014) A field study to determine the prevalence, dairy herd management systems, and fresh cow clinical conditions associated with ketosis in western European dairy herds. J Dairy Sci 97, 2145-2154.
- Duffield T (2000) Subclinical ketosis in lactating dairy cattle. Vet Clin North Am Food Anim Pract 16, 231-253.
- Vanholder T et al. (2015) Risk factors for subclinical and clinical ketosis and association with production parameters in dairy cows in the Netherlands. J Dairy Sci 98, 880-888.
- Sartorelli et al. (1999) Non-specific immunity and ketone bodies. I: In vitro studies on chemotaxis and phagocytosis in ovine neutrophils. Journal of Veterinary Medicine 46, 613-619.
- Sartorelli et al. (2000) Non-specific Immunity and Ketone Bodies. II: In Vitro Studies on Adherence and Superoxide Anion Production in Ovine Neutrophils. Journal of Veterinary Medicine 47, 1-8.
- Hoeben et al. (1997) Elevated levels of B-hydroxybutyric acid in periparturient cows and in vitro effect on respiratory burst activity of bovine neutrophils. Elsevier 58, 165-170.
- Hoeben et al. (2000) Chemiluminescence of bovine polymorphonuclear leucocytes during the periparturient period and relation with metabolic markers and bovine pregnancy-associated glycoprotein. Journal of Dairy Research 67, 249-259.
- Suriyasathaporn W et al. (1999) Hyperketonemia and the impairment of udder defence: a review. Veterinary Research 31, 397-412.
- Zdzisinkska B et al. (2000) The influence of ketone bodies and glucose on interferon, tumor necrosis factor production and NO release in bovine aorta endothelial cells. Veterinary Immunology and Immunopathology 74, 237-247.
- Leblanc (2004) Reproductive tract inflammatory disease in postpartum dairy cows. Animal 8, 54-63.
- Duffield T (2009) Impact of hyperketonemia in early lactation dairy cows on health and production. Journal of Dairy Science 92, 571–580.
- Dohoo (1984) Subclinical ketosis prevalence and associations with production and disease. Canadian Journal of Comparative Medicine 48, 1-5.
- Ospina (2010) Association between the proportion of sampled transition cows with increased nonesterified fatty acids and β-hydroxybutyrate and disease incidence, pregnancy rate, and milk production at the herd level. Journal of Dairy Science 93, 3595–3601.
- Walsh et al. (2007) The effect of subclinical ketosis in early lactation on reproductive performance of postpartum dairy cows. Journal of Dairy Science 90, 2788-2796.
- Serrenho et al. (2022) An investigation of blood, milk, and urine test patterns for the diagnosis of ketosis in dairy cows in early lactation. Journal of Dairy Science 105, 7719-7727.