Coccidiosepreventie bij trager groeiende BL1S- vleeskuikens
Welke beslissing u als pluimveehouder ook neemt, één ding is zeker: coccidiose is een complex probleem met meerdere oorzaken, en preventie is slechts een puzzelstukje. De effectiviteit van de gekozen strategie is nooit 100% als u geen aandacht besteedt aan stalmanagement (zoals strooisel, ventilatie en drinkwater), diergezondheid (bijv. Gumboro) en voeding.
Coccidiosepreventie strategieën
Coccidiose begint al vanaf de eerste dag in de stal en vereist een brede en vaak op het bedrijf afgestemde aanpak voor directe bescherming. De bekendste strategieën omvatten vaccinatie en ionofore coccidiostatica:
- Vaccinatie tegen coccidiose
Het doel van vaccinatie is om levenslange immuniteit tegen coccidiose te ontwikkelen door het toedienen van verzwakte stammen aan kuikens in de eerste dagen van hun leven. Het is belangrijk dat het vaccin wordt afgestemd op de bedrijfssituatie, omdat immuniteit alleen wordt opgebouwd tegen de stammen in het vaccin. Voor trager groeiende kuikens, waar E. necatrix en E. Brunetti voorkomen1, kan het zinvol zijn om een uitgebreider vaccin te gebruiken dat ook beschermt tegen deze coccidiosesoorten.
Vaccinatie kan zowel op de broederij als op het bedrijf worden uitgevoerd, meestal door sprayen of via het drinkwater. Juiste toediening is cruciaal, omdat onvoldoende immuniteit in de eerste 21 dagen het risico op necrotische darmontsteking verhoogt. Er zijn ook risico's, zoals het niet geven van voer met coccidiostatica aan gevaccineerde koppels en het vermijden van antibiotica enkele weken na vaccinatie omdat die een afdodend effect kunnen hebben op het vaccin (e.g. sulfonamiden). Coccidiose-immuniteit door vaccinatie treedt 2 à 3 weken op na toediening tot slacht.
- Ionofore Coccidiostatica
Ionoforen of gepotentieerde ionoforen bieden directe bescherming tegen coccidiose vanaf de eerste dag wanneer ze aan het voer worden toegevoegd. Ze zorgen ook voor immuniteitsopbouw gedurende de gehele ronde, ongeacht de stammen in de stal. Ionoforen bieden dus onmiddellijke bescherming die niet wordt beïnvloed door de coccidiosesoorten, in tegenstelling tot vaccinatie. Ze verminderen ook het risico op necrotische darmontsteking bij reguliere vleeskuikens in vergelijking met vaccinatie.
Coccidiose preventiestrategieën: Recent onderzoek is duidelijk!²
Een recent Frans onderzoek vergeleek coccidiose preventiestrategieën, waaronder commercieel verkrijgbare coccidiostatica en een coccidiosevaccin met 5 stammen. Dit onderzoek richtte zich op verschillen in darmgezondheid en technische prestaties tussen beide groepen.
Terwijl de eerste behandelingseenheid coccidiosevaccinaties kreeg in de broederij, volgde de tweede groep een coccidiostatica-programma gebaseerd op narasin (Maxiban® tot dag 27, gevolgd door Monteban® tot slacht). Beide groepen werden op dag 21 besmet met coccidiose, en op dag 27 werd het Elanco Health Tracking System (HTSi) gebruikt om gegevens te verzamelen. In totaal werden 23 darmlaesies beoordeeld, inclusief coccidiose-letselbeoordelingen, om de Intestinale Integriteit (I²) Index te berekenen. I² bleek te correleren met prestatie-indicatoren zoals voederconversie (VC) en gemiddelde dagelijkse groei (GDG). Over het algemeen wordt aangenomen dat I² onder 90 als suboptimaal wordt beschouwd.
Duidelijke verschillen in darmgezondheid en prestaties werden waargenomen tussen de twee behandelgroepen. Elke kuiken kreeg een coccidiose-letselbeoordeling van 0-4, waarbij 0 geen letsel aanduidde en 4 ernstige letsels betekende. In de Maxiban®/Monteban®-behandelingsgroep vertoonden 95,8% van de vleeskuikens geen E. acervulina coccidioseletsels, terwijl 41,7% van de gevaccineerde vleeskuikens een score van 2 of hoger had. Dit resulteerde in een suboptimale I²-score (<90) voor de gevaccineerde groep. De Maxiban®/Monteban®-behandelingsgroep behaalde aanzienlijk hogere I²-scores (+6 punten), wat leidde tot een verbeterde GDG (+1,23 g/dag), lichaamsgewichtstoename (+60 g) en karkasopbrengst (+0,7%), samen met een gunstigere VC (-4,5 punten) in vergelijking met de gevaccineerde groep.
Rol van coccidiosevaccins en HTSi-gegevens
Coccidiosevaccins vinden hun plaats in de preventiemiddelen van de pluimvee-industrie, vooral bij legpluimvee. Voor vleeskuikens blijven preventieprogramma's gebaseerd op ionoforen de eerste keuze. Wetenschappelijke studies hebben al aangetoond dat er een verschil is tussen beide strategieën om coccidiose in gecontroleerde omgevingen te voorkomen. Nu worden deze bevindingen ook bevestigd door veldgegevens verzameld via Elanco's HTSi.
We analyseerde HTSi veldgegevens uit drie Europese landen (België, Nederland en Polen) om te onderzoeken of ionoforenprogramma's leiden tot betere lichaamsgewichten en uniformiteit in vergelijking met gevaccineerde koppels. Deze veldstudie omvatte meer dan 1.000 gevaccineerde dieren en ongeveer 4.900 dieren behandeld met ionoforen. De resultaten toonden aan dat de ionoforengroep aanzienlijk meer uniformiteit (40,6 g minder variatie) en een hoger lichaamsgewicht (+64,1 g) vertoonde in vergelijking met de gevaccineerde dieren, rekening houdend met leeftijd en regio3. Deze veldgegevens bevestigen dus de bevindingen van de eerdergenoemde Franse studie.
Bescherming van darmgezondheid en bedrijfsrendement
Het gebruik van ionofore coccidiostatica biedt directe en brede bescherming tegen coccidiose, verbetert de uniformiteit van het koppel, verhoogt het lichaamsgewicht en optimaliseert de voederconversie. Voor BL1S vleeskuikens zijn ionoforen de eerste keuze om darmgezondheid te waarborgen en het bedrijfsrendement te maximaliseren.
Kies voor optimale coccidiosepreventie! Bescherm uw BL1S vleeskuikens met Ionoforen.
- Elanco Data on File
- Elanco Data on File
- Elanco Data on File