Uitdagingen voor de BL1S-keten
Mei 2023
Op 4 april organiseerde Elanco het webinar “Samenwerken in de BL1S-keten”, in samenwerking met Hubbard, De Heus en Storteboom.
Martine Onderdijk, Director Sustainability bij 2 Sisters Storteboom, gaf er een presentatie getiteld “Wat verwacht de Nederlandse retail van de kip in hun schap?”. In deze presentatie zet ze enkele uitdagingen die zij tegenkomen in de Beter Leven 1 Ster keten op een rijtje.
Wat verkoopt de retail?
Eerst en vooral is het goed om te beseffen dat op er op de schappen in de winkel verschillende soorten vlees te vinden zijn, filet, bouten, vleugels,.. en dat zit allemaal in gestandaardiseerde verpakking en vastgelegde porties, dit is een aspect waarmee in de hele keten rekening gehouden moet worden.
Wat vraagt de retail en de consument?
Ontbossingsvrij, welzijnskip, antibiotica-vrij, Salmonella-vrij, minder plastic in de verpakking, altijd vers, goede prijs, gemakkelijk te bereiden, een heel verlanglijstje dus, opgesteld door de retail en consument.
Hier speelt ook de slachterij een rol, want naast verkopen aan de retail, geven wij advies over de vorming van het schap, hoe het product best onder de aandacht van de consument gebracht kan worden. Dat biedt ons de kans om vierkantsverwaarding te optimaliseren, als we zien dat er ruimte over is op het schap, gaan we na waar we veel voorraad van hebben en daar worden dan nieuwe producten van gemaakt.
Hoe ziet het speelveld eruit?
Voorheen was het één groot speelveld met allemaal – ongeveer – dezelfde vleeskuikens, in allerlei gewichten. Alles wat we kregen was gelijkaardig dus aan het einde van de dag konden we selecteren en daarmee de klantbestelling klaarmaken, de planning was flexibeler.
Dat is nu veranderd. Met Beter Leven 1 ster zijn we meer gericht op het produceren voor de klant, en leveren we op het einde van de dag uit want we die ochtend ontvangen hebben. Wat op een dag verkocht is moet ook aansluiten op de juiste gewichten die op een dag worden aangevoerd.
Hoe maken we wat de retail vraagt?
Afbeelding: Onderdijk: “de sector is eigenlijk een kralenketting”
De klant bestelt, op basis daarvan maken wij onze producten. Ruim een jaar op voorhand maken we al een grove planning van waar een klant behoefte aan heeft, doorheen het jaar wordt die planning steeds preciezer, tot 12 à 16 weken van tevoren, dan is de hele bestelling klaar. Op dat moment gaan de kuikens in de broeierij in de machine, na 3 weken gaan ze naar de pluimveehouder en begint de productie. Na 4 weken ontvangen wij de eerste meldgewichten van de pluimveehouder, hierbij is het essentieel dat dit correcte informatie is. Indien het afwijkt van de initiële afspraak, weten wij dit best ruim op voorhand, omdat we dan kunnen nagaan welke producten we dan wel of niet kunnen maken.
Voer en dierenarts hebben ook een invloed op de keten, als een koppel behandeld moet worden, dan weet de slachterij dit ook graag. Het hele plaatje aan informatie is essentieel voor de slachterij. Communicatie tussen de verschillende schakels is dus nog belangrijker geworden.
Vervolgens wordt er een laadplanning gemaakt, op dag 56 worden de kuikens opgehaald. Het is dan van belang dat de kuikens voldoen aan alle criteria. Denk daarbij aan het gewicht van 25kg/m², want indien het meer is, brengt dit meerdere gevolgen met zich mee. Zowel slachterij als pluimveehouder krijgen een boete; de bezetting per m² moet dan lager/hoger zijn bij de volgende ronde; de planning van de vrachtauto’s loopt mis, als de kuikens zwaarder zijn dan voorzien, passen ze er misschien niet allemaal in, of als ze veel minder wegen, zijn er misschien vrachtauto’s te veel. Dat draagt dan weer bij aan de CO2 footprint van een vleeskuiken.
Na het laden worden ze bij ons geslacht, en maken we het product. Als alles goed verloopt, maken we dan exact wat de klant bestelt. Alles wat niet vers kan afgeleverd worden, wordt ingevroren en afgewaardeerd, dat is zonde van alle energie en tijd die er door de hele keten in werd gestoken.
Is 1 ster het begin of het eind?
Hebben we nu de stap naar duurzaamheid gemaakt?
Volgens ons is dat zeker niet het geval, er zullen nog veel meer onderdelen van belang worden voor vleeskuikenhouders in de komende jaren, dat merken we ook uit gesprekken met onze klanten. Onder andere energie, herkomstaanduidingen uit Nederland, discussie rondom CO2 footprint, de onduidelijkheid rondom ontbossingsvrije soja, hoe we plastic in verpakkingen kunnen verminderen en recyclen bevorderen. Hiervoor zullen we als sector stappen maken samen met de retail om de footprint van de keten zo klein mogelijk te maken.
Benieuwd naar de volledige presentatie van Martine Onderdijk en de anderen?
Bekijk het volledige webinar hier
Lees ook het artikel n.a.v. de presentatie van Paul van Boekholt van Hubbard:
6 aandachtspunten voor stalmanagement bij BL1S